De dood en opstanding van de Heere Jezus Christus vormt de basis van het nieuwe leven. Voor gelovigen in onze dagen is dit welbekend, maar in oudtestamentische dagen lag er nog een bedekking over. Zelfs de twaalf discipelen wisten niet goed raad met de situatie rond de kruisiging. Pas na de opstanding verstonden ze de woorden van de Heer en sindsdien zouden gelovigen weten welke dingen hen van Godswege geschonken worden in Christus.
Joh. 20:9 Want zij wisten nog de Schrift niet, dat Hij van de doden moest opstaan.